Landelijke tabaksbestrijding in een stroomversnelling dankzij de Rookvrije Generatie

Nederland behoort inmiddels tot de voorlopers op het gebied van beleid en maatregelen voor tabaksbestrijding. Dat blijkt uit de laatste Tobacco Control Scale – een meetinstrument dat meet hoe goed Europese landen presteren qua tabaksontmoediging. Maar dat ging niet vanzelf. Marc Willemsen (hoogleraar Tabaksontmoediging) en Jasper Been (kinderarts-neonatoloog) beschrijven in een wetenschappelijk artikel hoe het thema rookvrij sinds 2014 stevig op de Nederlandse politieke en maatschappelijke agenda is gezet.

14 december 2022

Het politieke klimaat leende zich niet voor maatregelen rondom tabak 

Willemsen en Been schetsen het politieke klimaat in 2009. In die tijd was er weinig draagvlak voor tabaksbestrijding in de politiek en de samenleving. De toenmalige regering voer een koers van minder overheidsingrijpen en bezuinigingen. Dit had een enorm effect op tabaksontmoediging.

Bestaande wetgeving werd afgezwakt, waardoor roken weer werd toegestaan in kleine horecagelegenheden en een nationale organisatie voor tabaksontmoediging, STIVORO (opgericht en gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hartstichting, KWF en Longfonds) werd opgedoekt. Nederland stond hiermee niet hoog op de Tobacco Control Scale.  

Daarnaast had de tabaksindustrie grote invloed op de Nederlandse politiek. Het CDA, dat jarenlang onderdeel was van het kabinet, had warme banden met de tabaksindustrie. Dat contact werd vanaf 2005 op de proef gesteld, toen Nederland het WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (Framework Convention on Tobacco Control, FCTC) tekende.

Een belangrijke afspraak in dit verdrag was Artikel 5.3, waarin staat dat ‘overheden bij vaststelling en uitvoering van hun beleid zich niet laten beïnvloeden door de commerciële en andere gevestigde belangen van de tabaksindustrie’. Toch probeerde de tabaksindustrie de lijnen met de politiek open te houden, hoewel ze daarbij werden tegengewerkt door organisaties die voor tabaksbestrijding zijn.   

Drie mijlpalen hebben tabaksontmoediging op de kaart gezet

Het politieke klimaat en de nauwe banden met de tabaksindustrie maakten het moeilijk om effectief tabaksontmoedigingsbeleid te realiseren. Marc Willemsen en Jasper Been omschrijven welke gebeurtenissen ertoe hebben geleid dat Nederland nu wél goed scoort op de Tobacco Control Scale. Tussen 2014 en 2016 zijn er drie momenten geweest die fundamenteel waren voor deze ontwikkeling.

Moment 1: oprichting van Alliantie Nederland Rookvrij in 2014  

Hartstichting, KWF en Longfonds begonnen in 2014 een nieuwe samenwerking om tabaksbestrijding door te zetten. Met gebundelde krachten gingen de fondsen verder als Alliantie Nederland Rookvrij (ANR). De ANR formuleerde drie strategische doelstellingen:  

  1. Draagvlak creëren voor een rookvrije samenleving: allereerst in de samenleving en vervolgens in de politiek;  

  1. Haalbare én bewezen effectieve maatregelen bevorderen;  

  1. Samenwerkingsverbanden realiseren met zo veel mogelijk maatschappelijke partijen.  

Als invalshoek koos de ANR een krachtig frame: kinderen beschermen tegen de schadelijke gevolgen van tabak en de verleiding van tabaksproducten.   

Moment 2: eerste Rookvrije Generatie-campagne in 2015  

In 2015 lanceerde Alliantie Nederland Rookvrij hun eerste landelijke campagne. Op tv werden spotjes ingezet waarin jonge kinderen hun afkeer uitspreken over het roken van volwassenen. De kijker werd door een voice-over uitgenodigd om kinderen te helpen: ‘Laat kinderen rookvrij opgroeien. Daar kunt u bij helpen. Samen op weg naar een Rookvrije Generatie.’   

Dankzij een goede samenwerking tussen massamedia en een actieve politieke lobby voor de Rookvrije Generatie, ontving de campagne veel steun. De Rookvrije Generatie groeide uit tot een landelijke beweging ‘op weg naar een Rookvrije Generatie’.  

Moment 3: artikel 5.3 van het WHO-Kaderverdrag sinds 2016 beter nageleefd  

In 2016 volgde een belangrijke juridische overwinning. Stichting Rookpreventie Jeugd klaagde de Nederlandse Staat aan omdat zij artikel 5.3 van het FCTC schond. Dat artikel ‘bepaalt dat overheden bij vaststelling en uitvoering van hun beleid zich niet laten beïnvloeden door de commerciële en andere gevestigde belangen van de tabaksindustrie’. De Staat gaf toe en voldoet sindsdien een stuk beter aan deze afspraak.   

De verbindende kracht van de Rookvrije Generatie 

In korte tijd wist de ANR veel stakeholders aan zich te binden. Van lokale gemeenten tot medische organisaties: het streven naar een Rookvrije Generatie werd steeds breder gedragen. In 2018 hadden al meer dan honderd organisaties zich als partner aangesloten bij de Alliantie.   

Het maatschappelijke draagvlak groeit 

Kantar Public houdt sinds 2016 bij hoeveel mensen bekend zijn met de Rookvrije Generatie en in hoeverre zij achter de doelen van de Rookvrije Generatie staan. Tijdens de eerste meting in 2016 wist 33% van de Nederlanders wat de Rookvrije Generatie is, in 2021 was dat aandeel gegroeid naar 73% (1). De meerderheid van de Nederlanders (rokers en niet-rokers) is voorstander van rookvrij-beleid in bijvoorbeeld speeltuinen, schoolterreinen, kinderboerderijen en kinderopvang.   

Netwerk Nederland Rookvrij

Doordat meer en meer organisaties zich aansloten bij Alliantie Nederland Rookvrij, werd het organisatorisch onmogelijk om alle betrokkenen centraal te coördineren en ondersteunen. Hartstichting, KWF en Longfonds besloten daarom in 2020 om de activiteiten anders te organiseren.

Alliantie Nederland Rookvrij werd Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (GvRV), waarin de drie fondsen de Rookvrijbeweging en de politieke lobby blijven coördineren. De vele betrokken partijen werden onderdeel van een open netwerk: Nederland Rookvrij. Binnen dit netwerk zijn er verschillende coalities die zich bezighouden met thema’s als rookvrije sport, rookvrije scholen en rookvrije zorg.

Nationaal Preventieakkoord  

In 2017 trad een nieuw kabinet aan. Mede dankzij de lobby van Alliantie Nederland Rookvrij werd steun voor een Rookvrije Generatie opgenomen in het coalitieakkoord. Het kabinet deed de belofte dat zij de doelen van de Rookvrije Generatie ondersteunen en de accijns op tabak gaan verhogen.  

Met Paul Blokhuis als staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werden die beloftes van het kabinet omgezet in een Nationaal Preventieakkoord. Naast een groot aantal doelstellingen voor alcohol en overgewicht, werden ook voor tabak heldere doelen gesteld: in 2040 rookt minder dan 5% van de bevolking, rookt 0% van de zwangere vrouwen en 0% van de kinderen. In november 2018 zetten meer dan zeventig organisaties hun handtekening onder het Nationaal Preventieakkoord.

De tabaksindustrie uitgesloten van de onderhandelingen

Bij de ontwikkeling van het Nationaal Preventieakkoord en de bijbehorende maatregelen, waren voor het thema tabak 31 verschillende organisaties betrokken. De tabaksindustrie was, zoals in artikel 5.3 van het FCTC is vastgelegd, niet welkom aan de onderhandelingstafel.   

Uit het Nationaal Preventieakkoord volgden de volgende overheidsmaatregelen:  

  • Verhoging van accijns voor tabaksproducten: €1 extra per pakje van 20 sigaretten en €2,50 per pak shag (per 1 april 2020)  

  • Uitbreiding van het rookverbod in publieke ruimtes en werkplekken naar de e-sigaret (per 1 juli 2020)  

  • Verbod op het uitstallen van tabaksproducten in winkels (in supermarkten per 1 juli 2020; per 1 januari 2021 in alle andere winkels, met uitzondering van tabaksspeciaalzaken)  

  • Een rookverbod op schoolterreinen, inclusief universiteiten en universiteitsziekenhuizen (per 1 augustus 2020)  

  • Neutrale verpakkingen voor tabaksproducten (per 1 oktober 2020)  

  • Verbod op rookruimtes in eerste instantie in de horeca en publieke ruimtes (per 1 juli 2021) en later in alle sectoren (per 1 januari 2022)  

  • Verbod op verkoopautomaten van tabak (per 1 januari 2022)  


Ondanks dat de tabaksindustrie werd uitgesloten van de onderhandelingen, heeft de lobby van de industrie toch invloed gehad op de sterkte van deze maatregelen. Zo heeft ze de snelheid en mate waarin de accijnsverhogingen worden ingevoerd aanzienlijk vertraagd (2).

Gemeenten en organisaties gestimuleerd om rookvrij-beleid te ontwikkelen

De regering stelde uitvoeringsbudget beschikbaar, wat gemeenten konden inzetten voor lokaal beleid rond de thema’s van het Preventieakkoord. Bovendien subsidieert de regering landelijke stopcampagnes (PUUR Rookvrij en Stoptober).

In aanvulling op de beleidsmaatregelen vanuit de overheid, committeerden maatschappelijke organisaties zich aan concrete ambities voor rookvrije omgevingen en bijbehorende acties. Vele kinderboerderijen, speeltuinverenigingen en kinderdagverblijven, maar ook sportclubs, ziekenhuizen en andere (mentale) gezondheidsinstituten voerden zelf rookvrij beleid in.  

Minder rokers en meer rookvrije omgevingen

In opdracht van de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij onderzocht I&O Research in hoeverre gemeenten bezig zijn met het thema rookvrij. In totaal is 83% van de gemeenten actief op het gebied van rookvrij. Ruim de helft van de gemeenten (55%) ondersteunt of ontplooit rookvrije activiteiten onder de noemer van de Rookvrije Generatie (3). Daarnaast groeide het aantal (deels) rookvrije buitensportverenigingen binnen de sporten voetbal, hockey, korfbal en tennis van 0.3% in 2016 naar 26.4% in 2020 (4). In 2021 waren in totaal bijna 2000 buitensportverenigingen en 8 op de 10 recreatievoorzieningen voor kinderen (speeltuinen en kinderboerderijen) rookvrij (5). Bovendien daalde na de implementatie van het Nationaal Preventieakkoord het aantal rokers van 21.7% in 2019 naar 20.2% in 2020 (6).

Conclusie

Willemsen en Been stellen dat er drie voorwaarden zijn om grote politieke beleidsveranderingen voor tabak waar te maken:   

  1. Er is voldoende aandacht voor het tabaksprobleem;  

  2. Mensen zijn het eens over mogelijke oplossingen voor het tabaksprobleem;   

  3. Er is politieke wilskracht.   

Daarnaast moet er een kans zijn om het probleem aan te pakken. In Nederland deed in 2017 die benodigde kans zich voor met staatssecretaris Paul Blokhuis. Alliantie Nederland Rookvrij definieerde het probleem van tabaksontmoediging in een frame van het beschermen van de jeugd en het realiseren van een Rookvrije Generatie. In combinatie met een effectieve lobby werd tabaksontmoediging op de politieke agenda gezet en werd er bovendien een groot netwerk opgebouwd van partijen die zich wilden inzetten voor het beschermen van kinderen tegen tabak. Dit resulteerde in een toezegging van de regering met het Nationaal Preventieakkoord om zich in te zetten voor een Rookvrije Generatie in 2040.  

Toch blijft langdurige politieke steun voor tabaksontmoediging breekbaar. In 2021 duurde het bijvoorbeeld negen maanden voordat er een nieuw kabinet was. In die maanden hebben de beleidsontwikkeling en het implementeren van maatregelen rond tabaksontmoediging vrijwel volledig stilgelegen. Daarnaast daalde het aantal rokers niet meer, maar steeg zelfs licht: in 2021 rookte 20.6% van de Nederlanders, tegenover 20.2% in 2020. Deze stijging kan deels verklaard worden door de COVID-crisis, waarin rokers aangaven dat ze geneigd waren meer te roken. Daar komt bij dat de huidige regering geen extra geld voor tabaksbestrijding heeft begroot en in het regeerakkoord slechts een enkele accijnsverhoging voor tabak noemt. Dit alles geeft aan hoe belangrijk stevig politiek beleid is: zonder goed beleid is het doel van minder dan 5% rokers in 2040 moeilijk te behalen.  

De beweging op weg naar een Rookvrije Generatie, geïnitieerd door drie gezondheidsfondsen (Hartstichting, KWF en Longfonds) blijkt een breed gedragen strategie te zijn voor landelijke en lokale beleidsmakers om eensgezind te kunnen werken aan tabaksbestrijding. Maar welke maatregelen er uit het tabaksbeleid volgen, blijft afhankelijk van de standpunten van de politici die het op dat moment voor het zeggen hebben.  

Dit artikel is gebaseerd op de wetenschappelijke publicatie ‘Accelerating tobacco control at the national level with the Smoke-free Generation movement in the Netherlands’, geplaatst in npj Primary Care Respiratory Medicine op 23 december 2022. https://www.nature.com/articles/s41533-022-00321-8#ref-CR3

Bronvermelding

 

  1. Kantar Public. Draagvlakonderzoek tabaksontmoedigingsbeleid in opdracht van de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (Kantar Public, 2021).  

  1. The Investigative Desk. VVD en tabakssector zetten rem op rookakkoord (2020). https://investigativedesk.com/nl/vvd-tabakssector-zetten-rem-op-rookakkoord/   

  1. Locatiemonitor gemeenten (2021). I&O Research in opdracht van de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij.  

  1. Smit, R.A., Garritsen, H.H. & Kunst, A.E. Diffusion of smoke-free policies at outdoor sports clubs in the Netherlands. Tob. Control. https://doi.org/10.1136/tobaccocontrol-2021-057022 (2022)  

  1. Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (GvRV). Rookvrij op de kaart Utrecht; Gezondheidsfondsen voor Rookvrij. https://rookvrijegeneratie.nl/op-de-kaart (2021)  

  1. Centraal Bureau voor de Statistiek. Overgewicht, roken en alcoholgebruik nauwelijks gedaald sinds 2018. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/10/overgewicht-roken-en-alcoholgebruik-nauwelijks-gedaald-sinds-2018 (2022) 

Lees verder